DE STRIP

ONTVOERD EN VERKOCHT

Quaco is met zijn twee broertjes aan het spelen, als ze worden ontvoerd. Quaco wordt voor een geweer en een vaatje buskruit verkocht aan de kapitein van een slavenschip. Zijn broer blijft achter in het fort aan de westkust van Afrika.

Met het meisje Afua weet Quaco de ontberingen aan boord te doorstaan. Ze zweren dat zij elkaar nooit alleen laten of zullen verraden. Maanden later komt het schip aan bij Suriname. Quaco is doodziek. Ziet Quaco zijn broer ooit nog terug?

Lees verder in de strip (pag. 1-13)

• SLAVERNIJ IN AFRIKA • TRANS-ATLANTISCHE SLAVENHANDEL • DRIEHOEKSHANDEL

QUACO IN SURINAME

Met Afua komt Quaco in Paramaribo terecht op het erf van de planter en bestuurder Walter Kennedy. Quaco wordt zijn futuboi (lijfknecht). Afua moet op Kennedy’s zoontje passen. De oudere Olijf ontfermt zich over beiden. Zij vertelt hen over Boni, de leider van een groep marrons (gevluchte slaven). Boni wordt hun held.

Op een dag komt legerkapitein Stedman uit Holland op bezoek. Tot Quaco’s ontsteltenis leent Kennedy hem uit aan Stedman. Met hem zal Quaco ten strijde moeten trekken tegen Boni. Maar eerst begeleidt hij Stedman op zijn bezoeken aan vrouwen en cafés. En met Stedman maakt hij kennis met het harde leven op de plantages. Onderweg kijkt Quaco uit naar zijn broer.

Lees verder in de strip (pag. 14-31)

• VERKOOP VAN GEVANGEN UIT EEN SLAVENSCHIP • RACISME • LEVEN VAN SLAVEN IN PARAMARIBO • SUIKERPLANTAGES EN KOFFIEPLANTAGES

TEGEN DE MARRONS

Quaco moet mee op patrouille tegen Boni. Er staan plantages in brand. De plantagedirecteuren zijn doodsbang voor nieuwe aanvallen. Maar de situatie in de legerkampen is erbarmelijk, de patrouilles zijn loodzwaar en de strijd tegen Boni brengt Quaco in gewetensnood.

Dan blijkt Kennedy terug te keren naar Holland. Quaco wordt verkocht aan Stedman en hij verliest Afua uit het oog. Zij moet naar de plantage. Quaco wordt somber en verliest alle moed.

Lees verder in de strip (pag. 32-47)

• MARRONS EN VERZET

JACOB KÒRSOU

Quaco ontmoet Jacob Kòrsou met wie de oude Olijf na het vertrek van Kennedy samenwoont. Jacob vertelt hoe hij in slavernij terechtkwam op Curaçao.

Quaco slaagt erin Afua te ontmoeten, maar of hun verbond standhoudt? Dan maakt Stedman aanstalten om naar Nederland terug te keren. Hij is van plan Quaco mee te nemen…

Lees verder in de strip (pag. 48-59)

• SLAVERNIJ OP DE ANTILLEN, SPECIAAL CURAÇAO

IN NEDERLAND

Quaco komt in Nederland terecht. Als hij steeds meer moeite krijgt zijn verleden achter zich te laten, neemt hij een belangrijk besluit.

Lees verder in de strip (pag. 60-64)

• AFRIKANEN OM NEDERLAND, SLAVEN IN NEDERLAND • FRANSE REVOLUTIE

ACHTERGROND

QUACO

Quaco was de jonge persoonlijke slaaf of futuboi van de Schots-Nederlandse legerkapitein John Gabriel Stedman (1744-1797). Terwijl hij in het beroemde reisverslag van Stedman maar mondjesmaat aan bod komt, vertelt Quaco in het stripboek zijn verhaal.

JOHN GABRIEL STEDMAN

Wie een tentoonstelling of documentaire maakt over de slavernij in Suriname, neemt ongetwijfeld beelden op uit het geïllustreerde verslag van John Gabriel Stedman (1744-1797): Narrative of a Five Years Expedition against the Revolted Negroes of Surinam.

De Schots-Nederlandse kapitein John Gabriel Stedman kwam in 1773 in Suriname om te strijden tegen gevluchte slaven, de marrons. Vier jaar zou hij blijven en al die tijd hield hij een dagboek bij. Bovendien maakte hij tekeningen van de natuur, de plantages en de mensen. Bij thuiskomst in Nederland in 1777 maakte hij er een lijvig boek van met tachtig illustraties. Het duurde bijna twintig jaar voordat het uitkwam. Stedman woonde toen allang in Engeland.

Lees verder in de strip (pag. 60-64)

• AFRIKANEN OM NEDERLAND, SLAVEN IN NEDERLAND • FRANSE REVOLUTIE